Het interview met Marjorie van Geenhuizen was het eerste online interview, maar dat maakte het niet minder interessant en boeiend. Marjorie vertelde gepassioneerd over haar functie als Adviseur fondsenwerving & sponsoring. Zij adviseert culturele en maatschappelijke organisaties, om de balans te vinden tussen hun inhoudelijke passie en zakelijke positie. Tijdens het proces doet zij onderzoek welke fondsen, partners of bij welk publiek ze kunnen werven. Haar advies is altijd: bereid je voor en werk gericht.
Barbara had een interessante vraag voor jou in petto. Laten we daar gelijk mee beginnen: Cultureel ondernemerschap is het vermogen om financieel, materieel, personeelsmatig en managementmatig de nodige middelen te mobiliseren en in te zetten om een cultureel project te realiseren vanuit een specifieke culturele praktijk en zakelijke mindset. Voor Covid was dit al een sector waar het nodige op werd bezuinigd. Op welke wijze is cultureel ondernemerschap veranderd in dit geval? Heb je een andere aanvliegroute bepaald of blijf je juist op dezelfde wijze doorgaan?
Cultureel ondernemerschap in de sector is een bestaansvoorwaarde geworden om de sector duurzaam te kunnen blijven ontwikkelen. De beschikbaarheid van overheidssubsidies beweegt mee met het politieke klimaat, waarbij het de trend is om subsidies te verlagen en de eigen inkomsten te vergroten. Dat bleek duidelijk tijdens de Covid toen de steun voor de culturele sector pas erg laat gerealiseerd werd, ver na andere sectoren. Mijn werk tijdens Covid is wel anders geworden. Ik benader fondsen en bedrijven met op maat gemaakte introductietools nu vaak alleen online. Samen met mijn opdrachtgevers bedenken we andere proposities aan, waarin bijvoorbeeld social media exposure zit in plaats van hospitality ter plaatse. Maar met een beetje inventiviteit kunnen we zelfs online hospitality bieden. De huidige situatie doet een extra beroep op ieders creativiteit.
Voor een goed plan is toch ook in deze tijd geld te vinden. Bepaalde sectoren zijn namelijk uiterst succesvol, daar moet je je dus op richten. De zoekrichting zul je moeten aanpassen. Mijn werk is gebaseerd op het analyseren van kansen.
Jouw functie wordt beschreven als Adviseur fondsenwerving & sponsoring. Kun je in het kort uitleggen wat dat precies inhoud?
Ik adviseer culturele en maatschappelijke organisaties, om de balans te vinden tussen hun inhoudelijke passie en hun zakelijke positie. Zoiets hoeft niet te wringen, als je het maar bewust doseert. Meestal ben ik voor langere tijd aan mijn opdrachtgevers verbonden op projectbasis. We doorlopen dan een proces van meer inzicht krijgen in hun marktpositie en mogelijkheden. Met altijd het doel de organisatie beter toegerust achter te laten beter achter te laten. Fondsenwerving is iets wat integraal onderdeel uit zou moeten maken van de bedrijfsvoering. Mijn werk is daarmee ook een in company training in het werven van meer inkomsten. Tijdens het proces doe ik onderzoek welke fondsen, partners of bij welk publiek we kunnen werven. Mijn advies is altijd: bereid je voor en werk gericht. Dat kan ook bij publiek zijn. Zo’n proces kan gauw een jaar of twee duren. Voor mijn opdrachtgevers ontwikkel ik een strategisch plan en ik begeleid ze bij de uitvoering.
Hoe ben je tot deze functie gekomen?
Ik heb verschillende functies in de culturele sector gehad en heb altijd in een culturele omgeving gewerkt. Ik ben begonnen als beeldend kunstenaar, maar ik vond het maar een eenzaam vak. Naast mijn kunstenaarschap gaf ik lessen in tekenen en schilderen en schoolde ik leerkrachten van het basisonderwijs bij in creatieve vorming. Daarna werkte ik als beleidsadviseur bij gemeente Uden, waar ik de plannen voor een nieuwe schouwburg ontwikkelde. Van die schouwburg (Theater Markant) werd ik uiteindelijk ook directeur, de derde in één jaar…In die tijd heb ik een nog een HBO opleiding tot erkend fondsenwerver afgerond en heb ik succesvol geld voor dat theater kunnen werven. Ik ben er 15 jaar werkzaam geweest. In die periode heb ik ervaren dat je ver kunt komen als je je op een goede manier kunt verbinden aan commerciële partijen. Ik kom dan ook uit een ondernemersfamilie, dus het ondernemen is mij met de paplepel ingegeven. Daarna ben ik met mijn eigen bedrijf begonnen.
Wat voor opleiding heb je gedaan?
De Academie van Beeldende Kunsten, docentopleiding Creatieve Vorming, post hbo-opleidingen in Bestuurskunde en Non-profit Management aan de HKU. En de opleiding tot Fondsenwerver aan de HKU. Daarnaast nog diverse cursussen. Als schouwburgdirecteur heb ik indertijd ook nog alle vereiste horecapapieren behaald! Ik werkte full time en had daarnaast een gezin. Ik heb gekozen om jong kinderen te krijgen en heb me daarna meer op mijn carrière kunnen richten.
Hoe zou je graag omschreven willen worden door klanten?
Als een met het hart betrokken persoon met relativeringsvermogen en humor. En ook niet te veel gedoe, ik ben nogal praktisch. Ik denk ook wel dat ik zo word gezien. Ik heb natuurlijk de ervaring hoe het werkt binnen organisaties. Mijn klanten hebben meestal een plan voor ogen en willen snel vooruit. Ik schrijf geen lange adviezen, maar giet de strategie in overzichtelijke en haalbare acties. Ik ben van mening dat je je kansen, het teamgevoel en ieders rol daarin vergroot. Daarnaast is belangrijk om te weten waarom je doet wát je doet. Daarvoor is het plan de basis. Dan kun je ook de moed erin te houden bij tegenslagen en successen vieren als ze er zijn. Want fondsenwerving is ook het managen van teleurstellingen.
Waar ligt voor jou de uitdaging?
Die ligt vooral in het scherp stellen van de externe marktwaarden van de projecten waarover ik adviseer. Vaak zijn die waarden te veel naar binnen gericht of zijn het gewenste invullingen binnen politieke kaders. In dat proces neem ik alle lagen van de organisatie mee. Verder is reputatiemanagement ook een belangrijk onderdeel en natuurlijk de vraag: wat ervaart de bezoeker? Zijn we écht wat we vertellen en handelen we daarnaar. Stijl en toon van de marketing spelen daarin een belangrijke rol.
Het beleid van culturele organisaties is vaak gericht op zenden, maar voor fondsenwerving moet je juist je ontvangst antennes beter afstemmen.
Wat maakt jou geschikt voor de functie die je nu uitoefent?
Mijn enorme hoeveelheid ervaring in mijn vakgebied is natuurlijk heel prettig. Voor opdrachtgevers creëer ik ook overzicht wat er elders speelt binnen Nederland. Van Best Practises van anderen kun je namelijk veel leren. Het is belangrijk te weten wat de bedreigingen zijn en daar ook eerlijk over te zijn. Mijn senioriteit is voor mij een pré, mijn kennis is breder dan alleen de het zakelijke. Levenservaring maakt je als adviseur meer compleet. En als vrouw heb ik misschien wat meer oog voor persoonlijke en menselijke aspecten. Fondsen werven is ook handig omgaan met gevoelens, emoties en relaties. Eigenlijk ben ik een ‘koppelaarster’ die belangen matcht. Je moet dus wel gevoel hebben voor mensen. Mijn functies gaven mij meer kijk op verhoudingen in organisaties en daarbuiten. Verder moet het leuk vinden nieuwsgierig te zijn en dingen uit te zoeken. Mijn werk is nooit een vast stramien.
Hoe ben je de afgelopen jaren gegroeid of veranderd?
Wat ik doe is mezelf altijd de vraag stellen waarom ik het doe. Ik ben zeker gegroeid, vooral door de dingen die niet zo gaan als je had gedacht. Ik heb bijvoorbeeld vooral geleerd voorafgaand aan een opdracht duidelijkheid te geven wat ik verwacht van de opdrachtgever. Je kunt de opdracht niet in mijn mandje gooien en dan verder te gaan met datgene waar je mee bezig was. Zó werkt het niet. Verder koster ik mijn netwerk en kan ik eigenlijk altijd vinden wat ikzelf, of mijn opdrachtgevers nodig hebben. Ik laat me soms ook weer bijstaan door andere adviseurs en maak omgekeerd op die manier ook weer deel uit van andere combinaties voor projecten. Vooral die samenwerkingen vind ik uitdagend.
Hoe heb je in de loop van jouw loopbaan je vak zien veranderen? En hoe speel je hierop in?
Door Covid is het heel snel veranderd. Vroeger was fondsenwerving voor de slagroom op de taart. Nu lijkt het een voorwaarde voor overleving te worden. Fondsenwervers zijn ineens veel gevraagd. Eigen inkomsten zijn inmiddels al een voorwaarde om subsidie te krijgen. Dat is op zich niet slecht, ware het niet dat hogere eigen inkomsten vermindering van subsidie betekenen. Subsidie is in feite bedoeld als vangnet, niet als een bonus. Dat voelt soms heel erg scheef, maar is een politieke keuze van de overheid.
Heb je de culturele sector zien veranderen? Zo ja, hoe?
De sector is vooral bedrijfsmatiger en meer winstgericht gaan werken. De theatersector liep daarin voorop, maar deze verzakelijking zie je nu ook in de museumsector. Er worden andere bestuursmodellen gebruikt waarbij het bestuur meer als toezichthouder werkt. En steeds vaker zijn de zakelijke en inhoudelijke taken bij verschillende directieleden ondergebracht. Dit zie ik wel als een positieve ontwikkeling, omdat het nodig is voor het behoud van kunst en cultuur. Het laat zien dat die balans tussen zakelijk en artistiek belangrijk is voor een duurzame exploitatie.
Welke gebeurtenissen zijn bepalend voor je karakter geweest?
Dat is voor mij het wedstrijdzeilen, meestal als stuurvrouw. Veelal op de Nederlandse plassen maar ook op de Solent (UK). Vroeger zat ik in het Nederlands damesteam J 24 en zeilden we behoorlijk fanatiek. Het zeilen is voor mij een metafoor waarin je leert vooruit te kijken. Alles wat je fout doet, komt door jou. De boot doet wat jíj doet. Als je foute beslissingen maakt heb je dat aan je eigen verkeerde inschatting of handeling te danken. In die sport moet je snel kunnen schakelen en constant de strategie aanpassen, want ook het weer en het water veranderen steeds. Je moet altijd proactief anticiperen op wat er kan gebeuren en daar je tactiek op aanpassen. Zeilen is een strategisch plan maken en duidelijke instructies aan de crew geven. Zo doe ik ook mijn werk.
Welke karaktertrek vind je vervelend bij iemand anders?
Niet betrokken zijn, niet met interesse met het werk bezig zijn. Bij mijn opdrachtgevers is daar nooit sprake van. Die willen vol enthousiasme vooruit om hun droom waar te maken. Maar privé kom ik wel eens mensen tegen die zó ongeïnteresseerd zijn. Lijkt me overigens vreselijk om zo elke dag je werk te doen. Ik kan me daar niets bij voorstellen.
Als een rolmodel voor zelfstandige vrouw, wat was je grootste uitdaging of positieve ervaring? Wat adviseer jij vrouwen aan het begin van hun carrière?
Laat je niet ‘klein’ houden. Als je het gevoel hebt dat je rol klein gehouden wordt, maak dat dan bespreekbaar. Zorg dat je goede argumenten hebt, vanuit een opbouwend advies. Dit heb ik zelf ook wel eens meegemaakt. Tot dat ik erachter kwam dat als ik het niet voor me hield en minder lief en aardig was, er altijd naar geluisterd werd. Als je goede argumenten met respect voor anderen dan geef je jezelf kansen om te krijgen wat je wilt.
Wat betekent kunst/cultuur voor Breda?
Heel veel. Het is overal om ons heen, alhoewel weinig mensen dat herkennen. Het is in mooie schilderijen of foto’s, in architectuur, in erfgoed, in beelden in de openbare ruimte en in vormgeving van voorwerpen die we gebruiken. Ik vind wel dat Breda wat meer spraakmakende cultuurprojecten op mag pakken. Een mooi voorbeeld is natuurlijk BredaPhoto, die een internationale reputatie hebben. De Bredase Cultuurnacht is goed om kunst op een laagdrempelige manier te beleven, buiten de bekende podia en tussen de mensen op straat. Met zulke ontmoetingen kun je een nieuw publiek bereiken van mensen die niet zo gauw naar theater of musea gaan. Je kunt kunst ook als middel inzetten, als aanjager voor andere stedelijke ontwikkelingen en je imago bijvoorbeeld. Breda kan daarin als stad meer doen, zeker in samenwerking met het bedrijfsleven en grote landelijke fondsen. Er liggen nog volop kansen om overheid en bedrijven met elkaar te verbinden.
Wat motiveert jou?
Ik ben altijd een optimistisch mens, ben wel een werklustig type en ben erg nieuwsgierig. Maar ik ben ook iemand die het zichzelf niet makkelijk maakt: het kan altijd nóg beter. Dat kan dus ook een valkuil zijn, maar het is ook wel mijn drive. Aan andere kant wil ik ook een leuk leven leiden, maar dat moet wel betaald worden natuurlijk ;-).
Wat geeft je kracht en energie tijdens je werk?
De momenten dat successen worden behaald. Het mooie van dit werk is dat je heel creatief moet kunnen omdenken. Ik denk in scenario’s en soms valt alles ineens op de goede plek. Dan denk ik: “Dat heb ik dus toch mooi bedacht!” Je moet daar wel de fantasie voor hebben en je kunnen verplaatsen in de belangen van de ander; dat vind ik nu juist het leuke aan mijn werk.
Waarover ben je nu, op werkgebied, het meest tevreden?
Over het soort opdrachten die ik heb, met name op het niveau dat ik dan ook echt iets kan bijdragen aan zulke projecten. Dit kan ik nu wel een jaar of zes zeggen. Mijn bedrijf OndernemendInCultuur bestaat nu negen jaar. In het begin was ik vooral zoekende en had ik veel kleine opdrachten. Nu wordt het alleen maar mooier: ik hoef eigenlijk geen echte acquisitie te doen. Natuurlijk houd ik wel mijn netwerk bij. Ik voel me er heel prettig bij. Mijn opdrachten krijg ik meestal op aanbeveling.
Daag jij jezelf uit of heb je hiervoor anderen nodig?
Daar ben ik zelf wel goed in! Het oppakken van iets moeilijks, ik reageer ergens op. Daar sluit mijn nieuwsgierigheid ook mooi bij aan. Aan de ander kant werk ik het liefst in teams, omdat dat je scherpt en het tempo zich afdwingt.
Waar word je gelukkig van?
Op het water zijn, dat is mijn grootste geluk. Ik ben heel graag op het water! In Breda roei ik ook sinds een paar jaar bij Roeivereniging Breda. Ik zeil graag en heb ook een eigen boot, heerlijk. Maar ik kan ook ontzettend genieten van kunst of van het luisteren naar muziek. Ik houd vooral van klassieke muziek maar ook van wereldmuziek. Van kunst genieten daar kun je je leven mee vullen, dat is fijn en dat heb ik ook nodig. Na een lange tijd ben ik laatst weer voor het eerst in een museum geweest. Het klinkt misschien vreemd, maar was daardoor echt ontroerd. Ik heb de interesse voor kunst van mijn grootvader overgenomen. Belangstelling voor kunst werd in mijn familie belangrijk gevonden. Mijn ouders verzamelden kunst en antiek en mijn overgrootvader speelde als 1e violist in een groot symfonieorkest.
Met welke problemen binnen je beroep krijg je het meest te maken?
Dat organisaties te veel in hun bubbel zitten en alleen maar mensen spreken die het met hen eens zijn. Het is een belangrijke taak van mij om ook kritisch naar dingen te kijken. Anders gaat het niet lukken geld van anderen geld aan te trekken. Ik houd werksessies om die gedachten bij te stellen, zodat ze dat zelf gaan ontdekken. Verder organiseer ik altijd weerstand. Dat wil zeggen dat we het plan testen door dat voor te leggen aan een selectie van mogelijke gevers zodat we het geefmotief beter in beeld krijgen. Ik help organisaties om ze buiten die kring te treden waardoor ze gewoonlijk omringd zijn.
Hoe ziet de werkweek van Marjorie eruit?
De week heeft een aantal vast elementen zoals werkoverleg over lopende projecten (nu doen we dat online). Ik ben natuurlijk ook regelmatig op locatie, maar het laatste jaar heel weinig. Mijn week is veel bellen, schrijven, afstemmen, overleggen, onderzoekswerk doen. Ook veel informatie vergaren en dat in goede kaders leiden. Ik plan veel en geef instructie aan betrokkenen. Vaak bereid ik rapportages en presentaties voor. Het is afwisselend. Ik ben vaak op pad in het land voor opdrachten van Den Helder tot Kerkrade. Ik heb net een nieuwe opdracht voor een filmhuis in Delft. Zo heb ik Nederland goed leren kennen en het verschil gezien, dat is ook heel leerzaam en leuk. Je komt nog eens ergens. Ik moet me dan ook verdiepen in de steden waar ik een project heb en je keert overal mensen kennen. Het onderweg zijn kost natuurlijk veel tijd. Wat dat betreft het een zegen dat we nu ZOOM en Teams hebben, maar het vervangt de fysieke ontmoetingen absoluut niet.
Volgende interview is met Ankie van der Linden van ABC-Clinics in Breda. Wat zou je aan haar willen vragen?
“Ons uiterlijk wordt steeds ‘maakbaarder’ met plastische chirurgie. Jammer genoeg bestaan de rolmodellen waaraan we ons spiegelen uit gemanipuleerde foto’s en denken mensen dat dat de norm is voor geluk. In de modewereld is daar wat aan gedaan door bijvoorbeeld ook vollere, oudere en gekleurde modellen te tonen. Is het denkbaar dat de plastische chirurgie zich ook zou verkopen met voorbeelden van ‘echte mensen’ en meer nadruk zou leggen op de bewustwording wat er nog meer nodig is om je goed in je vel te voelen? Hoe denk jij daarover?”